De boeken van Gabor Maté zijn een must voor iedereen die met zijn/haar eigen healing bezig is, anderen wil helpen helen of zelf een medische professie heeft.
In ‘wanneer het lichaam nee zegt’ gaat Gabor Maté vooral in op het hoe en waarom mensen met een groot empathisch vermogen zo vaak aan chronische ziektes lijden. Het heeft veel te maken met jezelf teveel wegcijferen, niet je grenzen kennen en het onvermogen om voor jezelf op te komen.
‘De Mythe van normaal’ kwam bij mij over als de overtreffende trap van ‘Wanneer het lichaam nee zegt’, maar beide boeken geven een goed inzicht waarom chronische aandoeningen nu eigenlijk ontstaan en hoeveel dat met onze psyche en emoties te maken kan hebben. Alle trauma die je veilig weg probeert te stoppen kaatst uiteindelijk als een boomerang naar je terug en als je pech hebt en het allemaal te lang laat sudderen kan dat resulteren in aandoeningen die je lichaam letterlijk wegvreten.
Deze boeken hebben zoveel raakvlakken met hoe Qigong beoefenaars over ziekte en heling denken dat het ondoenlijk is om ze hier allemaal op te noemen.
Soms is het ronduit ontnuchterend in hoeverre de moderne wetenschap steken laat vallen en hoe bewerkend taal kan zijn bij het verklaren van het waarom van aandoeningen en het stellen van diagnoses. Emoties worden bij de verklaring waarom ziektes ontstaan niet meegeteld omdat je ze domweg niet kan meten. Tegenwoordig zullen maar weinig moderne artsen ontkennen dat emoties en trauma onze gezondheid kunnen beïnvloeden maar verder kunnen ze er niet veel mee. Een psychiater of psycholoog kan weer veel met emoties, en heeft een arsenaal aan mogelijkheden om geestespijn te verlichten, maar vindt het weer lastig om het verband tussen psychisch lijden en chronische ziektes te duiden.
‘Over trauma, ziekte en heling in een toxische maatschappij’ is de ondertitel van ‘De Mythe van normaal’ en dat sprak mij persoonlijk meteen erg aan. Er zijn zoveel mechanismen in onze samenleving die trauma bevorderend zijn. Bijvoorbeeld het feit dat er zoveel nadruk wordt gelegd op competitie en onderlinge concurrentie terwijl samenwerking juist altijd al de eigenschap was die ons als mensheid het verst vooruit heeft gebracht. Aan hoeveel organisatie ben ik intussen niet verbonden geweest waar door machtspelletjes en gewonde ego’s massa’s mensen in de ziekteboeg verdwenen? Verder worden we allemaal steeds meer opgejaagd om te (blijven) presteren; desnoods tegen de klippen op. De werkdruk stijgt nog steeds, het bestaan is een stuk onzekerder geworden nu zoveel mensen als zelfstandige (moeten) werken, werkcontracten voor het leven niet of nauwelijks nog bestaan en iedereen gek gemaakt wordt door het middelmanagement.
Gelukkig is het niet alleen doom and gloom bij Gabor Maté maar ziet hij ook goede tendensen. Heel vaak zijn dat oude wijsheden die weer opgepakt worden. Zijn verhaal over de Sjamanen die hij in Peru bezocht is hartverwarmend, alleen al omdat Gabor zichzelf absoluut niet spaart wanneer hij verteld dat deze medicijnmannen en vrouwen hem buiten de groep hielden omdat hij te zware energie bij zich droeg. Deze groep bestond uit westerse artsen en therapeuten. De verbazing van de Sjamanen dat deze westerse artsen niets deden om de zware energie die ze van hun patiënten over namen weer los te laten. Daar kan je als Qigong leraar ook het nodige van opsteken.
